3 jarige route

3 jarige route

Ketenzorg & Intensieve zorg


Thuiszorg

  • Dhr. Kasparov
  • Geb. datum: 07/04/1950, burg. stand: alleenstaand
  • Reden van zorg: behandeling ulcus li, zwachtelen beide benen, toedienen insuline.
  • Medische voorgeschiedenis: DM I, veneuze insufficiëntie, hartfalen
  • Medicatie: Hydrochloorthiazide 25 mg 1xdd, Ascal 100 mg 1xdd bruistablet, Metropolol ZOC 100mg 1xdd, Enalapril 5 mg 1xdd, Novorapid (20-16-34 EH), Levemir (40 EH)
  • Dhr. rookt
  • Slechtziend

Dhr. Kasparov is sinds een paar in zorg bij Hanze Thuiszorg. In eerste plaats alleen voor hulp bij het toedienen van de insuline en het klaarzetten van de medicatie. De indicatie hiervoor was; slechtziendheid. Sinds begin dit jaar krijgt dhr. hulp bij het zwachtelen van beide benen en het behandelen van de ulcus. De ulcus is sinds 2 maanden aan het verslechteren

Kleur Rood en Geel
Exsudaat vochtig
Wondrand week
Ontstekingsverschijnselen nee
Grootte meerdere kleine wonden en 1 grote (3cm/6cm)

Dhr. is 4 dagen geleden ten val gekomen in huis en heeft hij zijn arm opengehaald. Deze wond aan zijn linker arm is door de huisarts gehecht.

Kleur Rood en Geel
Exsudaat vochtig
Wondranden wonddehiscentie
Ontstekingsverschijnselen Rubor, tumor, dolor, calor
Grootte 8 cm

Algemene gegevens dhr. Kasparov

Gewicht 115 kg
Lengte 175 cm
RR 150/90
Hf 82

Verpleegkundige zorg:

1. Maak een wondplan voor beide wonden
• Stel een wondbehandelplan op voor het linker been en onderbouw de gemaakte keuzes. Welk model kun je hierbij gebruiken?
Vraag je af waarom de wond niet geneest. Wat is er nog meer nodig, dan alleen een plan voor de ulcus?
• Dhr. geeft aan last te hebben van de wond aan zijn arm. Welke keuzes maak je na het inspecteren van deze wond en onderbouw deze?
Wat is de oorzaak van de slechte wondgenezing?

2. Welke rol speelt hygiëne in de behandeling en genezing van beide wonden? Denk hierbij niet alleen aan jouw rol als verpleegkundige, maar kijk ook naar wat de cliënt hierin kan betekenen.

3. Wat zijn de aandachtspunten bij het uitvoeren van de handelingen bij deze patiënt?

4. Voel jij je bekwaam om de handelingen uit te voeren? Beargumenteer je antwoord.


 

Ziekenhuis: afdeling Cardiologie

  • Mw van der Velde
  • Geb. datum: 14-11-1942, Burg. St.: Weduwe, geen kinderen
  • Opname reden: toename gewicht, oedeem, benauwdheid
  • Medische voorgeschiedenis: Myocardinfarct, atriumfibrileren
  • Medicatie: Carbasalaatcalcium Cardio 1 x dd 100mg, Perindopril 1 x dd 8 mg, Propranolol retard 1 x 160 mg, Rosuvastatine 1 x dd 20 mg
  • Allergie: bruine pleisters
  • Mw rookt 5 sigaretten per dag
                  

Mw van der Velde werd via de spoed opgenomen op de afdeling Cardiologie. Haar opname gegevens zijn:

Gewicht 91 kg
Lengte 180 cm
RR 150/95
HF 118-125/min irregulair
Temp 36,9 °C
Saturatie 95%
Vas 1
AH 28/min

Anamnese gegevens:
Afgelopen nachten werd mw. wakker door kortademigheid en veel hoesten. Platliggen kon mw. niet en gebruikte daardoor een extra kussen. Mw. had zichzelf gewogen en zag dat ze was aangekomen, ondanks haar verminderde eetlust de laatste weken. Haar schoenen kreeg ze niet meer aan, waardoor ze op haar sloffen naar de huisarts moest. Ze voelde zich de laatste tijd al niet zo goed, hartslag was verhoogd en ze was erg moe. Ze ziet er bleek uit en heeft gestuwde halsvenen. De huisarts stuurt haar met spoed door naar het ziekenhuis, waar zij naar de spoedopvang wordt gebracht.

Beleid van de arts: Nu nog onbekend.

Beantwoord de volgende vragen: 
1. Wat is er aan de hand met Mw. En waar baseer je dat op? Beargumenteer je bevindingen. Betrek hierin ook haar medische voorgeschiedenis en medicatie.
2. Wat zouden ze al op de spoedopvang hebben gedaan?
3. Wat zou er volgens jou moeten gebeuren nadat Mw. Op de afdeling is binnengebracht? (Wat heeft prioriteit) Welk beleid zal de arts voorschrijven?
4. Welke verpleegkundige handelingen zou je uit kunnen voeren bij mw. En waarom? (Benoem het doel, de (contra)indicaties en complicaties per handeling)
5. Welke adviezen zou je mw. geven als zij ontslagen zou worden en beargumenteer deze.


 

Ziekenhuis: Neurochirurgie

  • Dhr. Blijveld
  • Geb.datum: 13-09-1983, burg.staat: getrouwd, 3 kinderen.
  • Opname reden: hoofdpijn, lichtschuw, misselijkheid/braken.
  • Medische voorgeschiedenis: geen (bekend dat familie cardiaal is belast)
  • Medicatie: geen
  • Allergie: Morfine
  • Roken: nee
  • Alcohol: sociaal gebruik

Dhr. werd via de spoed opgenomen op de afdeling neurochirurgie. Opname gegevens:

Gewicht 81 kg
Lengte 180 cm
RR 125/70
Hf 96/min
Temp 36.5ºC
Saturatie 99%
Vas 5
AH 18/min

Anamnese gegevens:
Vanochtend is dhr. onwel geworden in de badkamer. Hij voelde iets knappen in zijn hoofd en er volgde een hevige hoofdpijn. Hij heeft nadien even op bed gelegen na 1 gr paracetamol te hebben ingenomen. De hoofdpijn werd alleen maar erger en dhr. kreeg last van misselijkheid en uiteindelijk braken. De partner vertrouwde het niet en belde de huisarts. De huisarts heeft op basis van de klachten en het zien van dhr. een ambulance gebeld en is hij met spoed naar het ziekenhuis gebracht. De ambulanceverpleegkundige heeft hem overgedragen aan de CSO.
Daar aangekomen geeft dhr. aan dat hij last van het licht heeft en veel druk in zijn hoofd voelt. Ondanks de pijnmedicatie (thuis heeft ingenomen) is de pijn niet gezakt. Op de CSO krijgt dhr. nogmaals paracetamol toegediend.

Na onderzoek (o.a. een CT-scan) wordt dhr. opgenomen op de verpleegafdeling Neurochirurgie, waar jij dhr. en zijn partner opvangt. Het onderzoek laat zien dat een bloeding de klachten heeft veroorzaakt.
Beleid van de arts: Nu nog onbekend.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is er aan de hand met dhr. en waar baseer je dat op? Beargumenteer je bevindingen. (Er is sprake van een bloeding. Aan jullie de vraag wat voor bloeding en waar baseer je dat op. Tip: dhr. is opgenomen op een chirurgische afdeling)
  2. Wat zouden ze al op de spoedopvang hebben gedaan?
  3. Wat zou er volgens jou moeten gebeuren nadat dhr. op de afdeling is binnengebracht? (Wat heeft prioriteit) Welk beleid zal de arts voorschrijven?
  4. Welke verpleegkundige handelingen zou je uit kunnen voeren bij deheer. En waarom? (Benoem het doel, de (contra)indicaties en complicaties per handeling)

Dag 2
Dag dienst: dhr. voelt zich gezien de omstandigheden redelijk. Hoofdpijn blijft en prikkels als licht en geluid zijn niet prettig.
Late dienst: de dienst verloopt eerst prima, als de controles om 18 uur worden gedaan merk je dat er wat aan de hand is. Hij vertelt veel hoofdpijn te hebben en misselijk te zijn. Je doet de controles en deze zijn volgens jou niet afwijkend. Je geeft hem iets voor de pijn en i.o.m. met de d.d. arts krijgt hij primperan 10mg eenmalig.

Bewustzijn op aanspreken
RR 120/60
Hf 86/min
Temp 37.3 ºC
Saturatie 98%
Vas 6
AH iets versneld

Dag 3
Je hebt nachtdienst en bent verantwoordelijk voor de zorg van dhr. Blijveld.
Je dienst verloopt rustig en om 6.00 uur ga je de laatste controles bij dhr. Doen. Bij binnenkomst merk je dat het niet goed met hem gaat en je spreekt dhr. aan door te vragen hoe het hem gaat, maar hij reageert niet meteen.

Bewustzijn op aanspreken
RR 100/50
Hf 112/min
Temp 37,5 ºC
Saturatie 98%
Vas
AH versneld

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat denk je wat er aan de hand is?
  2. Wat is de EWS score en hoe snel heb je een arts nodig (als je die nodig hebt)? Beargumenteer je antwoord (neem daar de vitale functies in mee, hoe zijn die met elkaar verbonden (anatomie/ fysiologie/ pathologie))
  3. Schrijf de SBAR uit wanneer je de arts gaat bellen en beargumenteer waarom je de beschreven punten wilt benoemen wanneer je de arts belt.