Scenariotrainingen jaar 2

Scenariotrainingen jaar 2

Scenariotrainingen 

Leren van en met elkaar en de professionele dialoog aangaan

Samenwerken, klinisch redeneren, kritisch observeren, reflecteren en deskundig feedback geven in de gesimuleerde setting.

21bee0042916316df3447dbea9de52543579949e1a480d074948149438951d42-1920x_

Werkwijze: scenariotrainingen worden per context verzorgd in het skillslab. Aan de trainingen nemen maximaal 8 studenten deel. Het doel van deze trainingen is om jou als toekomstig verpleegkundige te laten ervaren welke aspecten aan kennis, houding en vaardigheden meespelen in je toekomstige verpleegkundige beroep. Je wordt gestimuleerd en geprikkeld door docenten en medestudenten om relaties te leggen en te discussiëren. Zo leer je zelf te bepalen wat nodig is om een zorgvrager zo goed mogelijk te benaderen en te verplegen. Samenwerken, reflecteren en feedback geven  zijn in de training belangrijk, dit is noodzakelijk om je verder te ontwikkelen. Vóór aanvang van iedere training bestudeer je ter voorbereiding de desbetreffende scenario die gaat plaatsvinden. Dit doe je door je te verdiepen in:

  • de casus en de situatie [achtergrond informatie van aandoeningen en protocollen]
  • de mogelijke mondelinge- en technische vaardigheden die daarbinnen van toepassing zijn [met argumentatie]
  • mogelijke complicaties die kunnen optreden, reacties die de cliënt kan geven
  • beredeneer, verklaar en leg verbanden met de gegeven klinische gegevens (= klinisch redeneren)
  • bekijk ook onderstaande fragment waarin het klinisch redeneren proces nader wordt uitgelegd

Bron: van Yperen, Wenckebach UMCG


Scenariotraining 1: Thuiszorg

 

 Mw. Diadre | Geb. dat. 29-11-1951

  • Burg. St. Ongehuwd | Gepensioneerd
  • Anamnese: Prolaps
  • Medicatie: Geen
  • 1,58 m, 72 kg
Situatie:

Mevrouw is drie dagen opgenomen geweest in het ziekenhuis op de afdeling gynaecologie i.v.m. prolaps, waarvoor zij geopereerd is. Mevrouw zag vooraf erg tegen de operatie op, maar gelukkig is het haar allemaal meegevallen.

Actueel: ochtendroute |10.00 u

Mevrouw is nu thuis, maar blijft last houden van onvoldoende blaasfunctie. Ze plast vaak kleine beetjes en geeft in toenemende mate pijnklachten aan in de onderbuik.

Je komt als wijkverpleegkundige bij Mw Diadre voor ondersteuning bij de ADL. Bij binnenkomst trekt mw. een pijnlijk gezicht. Ze klaagt over pijn in haar buik. Ze vraagt je daarnaast zuchtend om de verwarming lager te zetten; ze heeft het al warm genoeg.

  • Wat zou er aan de hand kunnen zijn?
  • Welke gegevens heb je nodig?
  • Wat ga je doen?

 


Scenariotraining 2 – KBS 2: Ziekenhuis

   Mw. Lodewijks | Geb. dat. 01-03-1952

  • Burg. St. Gehuwd
  • Anamnese: COPD GOLD III
  • Medicatie: Seretide 50/500 mcg 2dd 1 inhalatie
  • 1,69 m, 76 kg
Situatie:

Mevrouw Lodewijks ligt sinds eergisteren op de longafdeling na een exacerbatie COPD GOLD klasse 3. Eergisteren is ze van de medium care overgeplaatst naar de reguliere afdeling. Daar heeft ze ruim elf dagen gelegen. Deze exacerbatie was vrij ernstig. Ze had lage saturaties en was daarbij erg vermoeid. De kleinste dingen kostten haar erg veel energie. Het eten ging erg moeizaam, waarop is besloten om haar op de medium care een NMS te geven. Mevrouw krijgt via de NMS ’s nachts sondevoeding om aan te sterken.

Het gaat nu wat beter met haar, maar ze zal op de longafdeling verder moeten aansterken. De sondevoeding is hierbij nog wel even nodig. Mw geeft aan dat ze de afgelopen dagen minder heeft geplast dan ze gewend is.

Actueel: Ochtenddienst |7.15 u

In de vroege ochtend kom je bij mw. en het valt je op mw kortademig is. Ze vertelt dat ze afgelopen nacht niet naar het toilet is geweest om te plassen. Je ziet oedeem aan haar benen en haar gezicht lijkt ook opgezet.

Actueel: Ochtenddienst |7.45 u

Om 7.45 uur gaat de bel en bij binnenkomst tref je mevrouw Lodewijks erg benauwd aan. Ze is wel goed aanspreekbaar, maar komt door de kortademigheid maar moeilijk uit haar woorden. Je meet de saturatie: 90%. Je besluit ook de bloeddruk, hartslag, temperatuur en ademhaling te meten (RR: 160/89, P: 101, T:37,3, AH: 24) en bepaalt daarmee de MEWS-score. Wat kan er aan de hand zijn? Wat ga je doen?